Die ene leerkracht
Gisteren riep ik voor de zoveelste keer tegen mijn dochters: ‘ga nu eens van die schermen af en doe iets nuttigs, ga iets doen of maken of lees een boek’. Terwijl ik het zei moest ik opeens denken aan mijn leraar Grieks op de middelbare school. Een nogal excentrieke en uitgesproken man die mij als een luis in mijn pels achtervolgde met zijn op- en aanmerkingen. ‘De wereld is groter dan make-up en de hockeyclub’, zei hij dan tegen mij. Of na de pauze: ‘stond je weer je tijd te verdoen tussen al die nietsnutten…..’
Als ik er aan terugdenk vond ik hem vaak irritant en een beetje eng maar ik vond het ook ergens wel spannend. In mijn puberzoektocht naar identiteit zag hij mij staan. Hij daagde mij met zijn scherpe opmerkingen uit om geïnteresseerd te zijn en te willen leren. Grieks werd mijn lievelingsvak. Tijdens toetsen en zelfs tijdens het eindexamen liep hij weg. Surveilleren vond hij onzin. ‘Bespreek het maar met elkaar- ik zie toch wel of je het begrepen hebt of niet’. De eerste keer vertaalden we alle zinnen met de hele klas en al snel daarna voelde het kinderachtig en vroeg je elkaar hoogstens een woordje of wat.
Een tijdje terug stond ik in de plaatselijke Albert Heijn van mijn jeugd en zag ik hem opeens staan. Ik groette hem en vroeg hem of hij nog wist wie ik was. Hij gilde zo’n beetje over de kaas heen: ‘Natuurlijk, ik heb het wel gehoord van je moeder! Je gelooft toch niet werkelijk dat er een God bestaat?’ Alsof de tijd had stilgestaan. Ik voelde weer een puberreflex opkomen: ik moest of in discussie of meteen doorrennen naar de vleeswaren. Maar in plaats daarvan zei ik hem wat ik hem al heel lang had willen zeggen: ‘Dankzij U ben ik gaan doen wat ik wilde. Als ik U niet had ontmoet dan was ik nooit theologie gaan studeren. En dat was niet alleen omdat ik daar Grieks voor nodig had maar vooral omdat U mij altijd uitdaagde en omdat U mij de ogen heeft geopend’.
Precies dit gun ik alle tieners van nu: dat ze iemand ontmoeten, liefst buiten hun eigen ouders om, die ze ziet staan voor wie ze zijn. Die hun kleine wereldje openbreekt en die zegt wat zij op dat moment moeten horen. Aan wie ze later nog eens kunnen terugdenken. Ik heb dat geluk gehad en ben die ene bevlogen docent daarvoor meer dan dankbaar.