Er is nog zomer
Laatst had ik reünie van de middelbare school en binnenkort van mijn studentenvereniging. Door de jaren heen worden de meeste mensen leuker, althans dat vind ik. Liever, menselijker, kwetsbaarder. Minder scherpe randjes. Minder te bewijzen. Minder te verliezen. Mensen om mij heen laten steeds meer van zichzelf zien. Bekennen meer kleur. Hebben een groter zelf-inzicht.
Ik zie en voel het zo omdat ik zelf ook merk dat ik veranderd ben. Leuker ben geworden. Vrijer. Bevrijd.
Terwijl het leven er niet makkelijker op geworden is voor de meesten.
Niemand meer zorgeloos, alleen nog maar Happy Go Lucky, niemand meer een onbeschreven blad. ‘We konden ons toch niet voorstellen wat er allemaal zou gebeuren en hoe onze levens zouden lopen’, zei een vriendin van vroeger laatst.
Misschien is dit wel wat volwassen worden betekent. Meer dus dan alleen een opeenstapeling van rimpels en jaren op je lijf. En het hebben van een huis en een baan.
Door alles wat we meemaken, door alles wat ons toekomt maar ook door opgelopen deuken veranderen we ook. Zijn wij niet meer dezelfde. Krijgen we een groter gevoelsleven. Denken we ruimer. Voorbij aan hokjes en makkelijke oordelen. Je weet pas wat iets is als je het zelf hebt meegemaakt. Soms past alleen bescheidenheid. Hoe meer je meemaakt dat je het leven niet in de hand hebt, hoe meer je je naar anderen kan openen. Je ego kan steeds beter plaats maken.
Je komt er met de jaren achter dat je hoe dan ook anderen nodig hebt. Dat je door en voor anderen leeft. Dat je veel te geven hebt. Sterker nog, misschien is dat wel het enige wat we echt hebben. Een mogelijkheid om te delen en anderen veel te brengen. En soms, als je met lege handen staat, dragen anderen je totdat je weer op eigen benen kan staan.
Op deze zomerse middag denk ik aan die mooie regels van Judith Herzberg: Wat zou het loodzwaar tillen zijn, wat een gezwoeg, als iedereen niet iedereen terwille was, als iedereen niet iedereen op handen droeg.