Niet meer maar ook niet minder
Laatst was ik op een feestje waar ik belandde tussen allerlei mensen die tegen elkaar stonden te ‘blazen’. Zo noemde iemand het laatst: en ik begreep het meteen. Van die mensen die zichzelf zo moeten neerzetten, U kent het vast wel. Ik word er altijd een beetje stil van en acht de kans dan klein dat er een leuk gesprek kan volgen. Bovendien denk ik dan altijd: vermoeiend als je altijd een grote broek moet aantrekken.
Een vriend die ik laatst hierover sprak vertelde dat hij het juist een uitdaging vindt: Hij komt altijd eerst over de brug met iets kwetsbaars en dan is de kans volgens hem groot dat de ander dan vanzelf volgt.
Er zijn ook mensen zijn die die moeite hebben met hoe ze zichzelf presenteren kunnen en die vast en zeker ondersneeuwen in deze wereld van mogelijkheden en druk bezette podia waarop je jezelf kunt laten zien. Bovendien merk ik dat ik zelf ook zoek naar een houding die bij mij past en kan ik geraakt worden door bescheiden en nederige mensen.
Ik moet steeds denken aan een verhaal uit de Griekse mythologie: Daedalus en zijn zoon Icarus worden door koning Minos gevangen gehouden op Kreta. Daedalus bedenkt een manier om te ontsnappen:
hij bouwt vleugels van een houten raamwerk, veren en was. Omdat de was niet mag smelten, waarschuwt Daedalus Icarus om niet te hoog en niet te dicht bij de zon te vliegen, maar ook niet te laag, omdat de vleugels te zwaar zouden worden van het zeewater.
Icarus overschat zichzelf en vliegt te dicht bij de zon- de was smelt toch en hij stort neer in zee.
In de Griekse mythologie is de ubris, de hoogmoed of zelfoverschatting een terugkerend thema. En hoogmoed leidt in deze verhalen altijd tot een dramatische ontknoping; ‘hoogmoed komt voor de val’.
Maar hoe zit het dan met de andere kant, het tegenovergestelde van hoogmoed en zelfoverschatting: de deemoed, of terwijl de nederigheid? Hoe kunnen we, als we het beeld van Icarus even vasthouden, goed vliegen, niet te dicht bij de zon maar ook niet te laag bij de zee?
En dan moet ik denken aan het woord humilitas- nederigheid- in het Latijn, dat komt van dezelfde stam als humus- (op de) grond.
Als ik dan denk aan een houding dan interpreteer ik het als volgt: met beide benen op de grond. Want dat is volgens mij waar je het liefst wil uitkomen. Niet te hoog vliegen richting de zon, maar ook niet duiken en verdrinken in de grote zee. Daar waar je staat, dichtbij jezelf blijven en van daaruit vertellen wie je bent en wat je bezighoudt en eventueel wat je daarmee hoopt te kunnen bereiken. Niet meer dan je bent maar zeker ook niet minder.