Stilte na de intimiteit van samen
Als iemand komt te overlijden kruipt iedereen als vanzelf dichter naar elkaar toe. De saamhorigheid is vaak groots. Je loopt bij elkaar binnen, meerdere malen zelfs. Terwijl je in het gewone leven met de agenda’s erbij moest afspreken. Iedereen zet zijn beste beentje voor. Er is veel kwetsbaarheid en liefde. Verdrietig maar intiem. Mensen staan op `open`en laten meer van zichzelf zien. Je beseft des te meer waar het om gaat. Waar het om zou moeten gaan. Vriendschap. Tijd samen. Elkaar koesteren. Loslaten wat onvermijdelijk is. Vasthouden wat er wel is met elkaar. We zouden elkaar vaker moeten zien. Gewoon bij elkaar aan tafel aanschuiven. Wat doen we toch vaak moeilijk en druk? Dat gevoel.
Dan gaat de stoet weer uiteen. Ieder een eigen kant uit. Terug naar het dagelijkse. Dan pas begint het gemis. Sterker nog, de intense weken -van voor en tussen het overlijden en de begrafenis in- voelen niet leeg. Alles speelde zich af rondom de overledene. Die Ene was er de hele tijd bij, in alle verhalen, in alle grappen, in alle tranen.
En dan komt het besef van de achterblijver. Niet meer. Nooit meer. Echt overleden. Over het lijden heen. Dat wel, gelukkig. Maar wel zonder ons, zonder mij.
Alsof er verschillende niveaus van weten zijn. Eerder had ik het al geregistreerd. Ik wist het wel maar nu weet ik het echt. Nu pas voel ik de leegte van het gemis. Met je ziel onder je arm lopen krijgt nieuwe betekenis. En dat voelt verdrietig en verdomd alleen.